Schrijfster Jeannette van der Veen

Baby in the air.

 

Mijn man en ik hebben samen twee prachtige kinderen gekregen.

Eerst een dochter.

Dochterlief was nog maar een kleine baby toen haar vader haar al kennis liet maken met de invloedsfeer van de zwaartekracht.

Liggend in de bank hield manlief onze kleine meid stevig vast, terwijl ze op zijn buik lag.

In het begin duwde hij haar nog heel voorzichtig omhoog, zodat ze boven hem in de lucht hing.

Hoe ouder ze werd, hoe wilder ze boven haar vader hoog in de lucht werd gehouden.

‘Baby in the air!’ riep manlief dan en dochterlief kraaide van plezier.

Hij heeft tot zijn schrik - en mijn hilariteit - ontdekt dat je dat niet moet doen als je kind net eten heeft gehad.

Het heeft hem echter nooit weerhouden om dochterlief te laten zweven in de lucht.

 

Na verloop van tijd bedacht manlief dat het misschien leuk was om ons kind in een straaljager te veranderen.

Hangend in vaders armen, hoog in de lucht, bewoog manlief onze dochter naar achteren, terwijl hij zijn ene been wat omhoog deed.

Dochterlief kwam op zijn onderbeen te zitten en werd vervolgens de lucht in gelanceerd.

‘Straaljager!’ klonk het door de kamer.

Het was super spannend, maar omdat haar vader haar stevig vasthield was het een leuk spelletje.

Het allerleukst was de uitbreiding waarbij de straaljager zo snel door de lucht vloog, dat hij (in dit geval zij) neerstortte achter het hoofd van vaderlief.

‘Neergestort!’

Dochterlief heeft ontelbare keren door de lucht gevlogen en is ook evenzovele keren neergestort.

Zonder letsel, gelukkig.

Vader en dochter vonden het geweldig!

‘Baby in the air’ veranderde in de loop der jaren in ‘Peuter in the air’, ‘Kleuter in the air’, ‘Schoolkind in the air’.

Het kind in kwestie werd steeds groter, de vader steeds ouder, tot de balans de verkeerde kant op begon te slaan en manlief zijn dochter niet meer de lucht in kon krijgen, laat staan op verantwoorde wijze neer kon laten storten.

‘Puber in the air’ werd de laatste fase, tot groot verdriet van manlief - en toch wel tot enige opluchting van dochterlief.

Stiekem vond ze het nog steeds erg leuk om met haar vader te ravotten, maar als je veertien bent, wil je niet dat iemand dat weet.

 

Drie jaar na dochterlief werd ons gezin verblijd met zoonlief die uit ander hout was gesneden.

‘Baby in the air’ was niet zijn favoriete spelletje, de versie met de straaljager nog minder en van neerstorten moest hij niets hebben.

En dat had een reden.

We gaan even terug in de tijd, naar de dag waarop ik een van mijn hardste gillen in mijn leven heb gegild.

Ik kan namelijk heel hard gillen.

Vreselijk gênant vind ik dat en mijn gezinsleden zijn er ook niet zo blij mee, eerlijk gezegd.

Zo heb ik een keer in mijn slaap zo hard gegild dat onze kinderen er wakker van werden.

Ze waren toen elf en acht jaar oud.

Dochterlief sloop zachtjes naar zoonliefskamer, waar ze fluisterend overleg hielden.

Allebei vroegen ze zich af of er misschien een moord was gepleegd in de slaapkamer van hun ouders.

Ze verzamelden al hun moed, vervoegden zich bij onze slaapkamer en vroegen zachtjes achter de deur: ‘Is alles goed?’

Ik zat ondertussen op de grond naast ons bed.

Ik had een nachtmerrie gehad en na mijn gil ben ik in één keer uit bed gesprongen en naast ons bed op de harde vloer bestaande uit laminaat beland.

De volgende dag waren mijn knieën helemaal blauw en onze kinderen behoorlijk van slag.

Dit was by far de luidste gil die ik ooit in mijn leven heb gegild en staat met stip op nummer 1 in mijn Top -tien van luidste gillen.

Het is niet een Top-tien waar ik nou echt trots op ben.

En mijn gezin ook niet.

Ik kan dus heel hard gillen en op die bewuste dag, vijfentwintig jaar geleden, heb ik daar een knap staaltje van laten klinken.

 

Ik schets de situatie.

Manlief ligt weer op de bank en op zijn buik rust onze negen maanden oude zoon.

Dochterlief van bijna vier staat naast mij op haar beurt te wachten om ook in de lucht te worden gehesen.

De motoren worden gestart en zoonlief gaat omhoog.

‘Baby in the air!’ roept manlief vrolijk.

Zoonlief kijkt niet zo blij en maakt kleine babygeluidjes, terwijl hij in zijn vaders armen naar achteren wordt getransporteerd voor een voorzichtige lancering.

‘Straaljager!’ klinkt het en daar gaat onze jongste.

Hoe het gebeurd is, is tot op heden voor ons een groot raadsel, maar terwijl het babystraaljagertje door de lucht vliegt, raakt manlief zijn grip kwijt.

Met een sierlijke boog vliegt er een baby door de lucht over het hoofd van manlief heen en belandt met een luide plof in de krantenbak naast de bank.

Mijn moederhart blijft voor even stilstaan en daarna gil ik.

Manlief en ik rennen in paniek naar de krantenbak, waar de onderste helft van onze jongste zichtbaar is.

Zijn gezicht zit ergens tussen de kranten, reclamefolders en poststukken, zijn beentjes steken omhoog.

Geschrokken pak ik onze zoon vast en til hem omhoog.

Vrij snel blijkt dat hij niets aan het vliegtuigongeluk heeft overgehouden.

Hij huilt vooral van de schrik en - als ik eerlijk ben - misschien ook wel van de luide gil van zijn moeder.

 

De volgende scene laat zich raden:

Manlief voelt zich vreselijk schuldig en stamelt verschillende soorten excuses, terwijl hij zenuwachtig zijn handen in zijn broekzakken steekt.

Ik sta als een briesende moederleeuw met ons snikkende zoontje in mijn armen en zeg dingen als ‘Waarom doe je ook altijd zo wild!’, ‘Ik had al gezegd dat dit mis zou gaan!’ enz. enz.

Dochterlief kijkt van de ene ouder naar de ander en weet niet zo goed of ze ook moet gaan huilen.

Stiekem is ze jaloers op haar babybroertje.

Hij heeft een supermooie crash gemaakt, dat had zij ook graag gewild.

 

Het heeft even geduurd voor ik onze zoon weer heb laten vliegen.

Voor de zekerheid werd de krantenbak naast de bank vervangen door een dik kussen en gelukkig is geen van beide kinderen ooit weer uit de bocht gevlogen.


Sinds de puberteit van beide kinderen is er echter een leemte in het leven van manlief gekomen.

‘Adolescent in the air’ hebben vader en dochter tegen beter weten in nog geprobeerd, maar helaas kwam er aan hun tochtjes door de lucht definitief een einde.

Het vliegveld is gesloten.

Tijdelijk dan.

Het is nu wachten op de volgende generatie.

‘Kleinkind in the air’ is de volgende fase en manlief kan niet wachten.

Helaas kunnen we hier geen invloed op uitoefenen.

Het enige dat manlief kan doen is het trainen van zijn arm- en buikspieren, zodat hij sterk genoeg blijft om kleine straaljagertjes te laten opstijgen en weer veilig te doen landen. 

Home
Share by: